Behoefte aan grondig ecologisch onderzoek!

CROW 210 Asfaltonderzoek

CROW 210: Richtlijn voor het omgaan met vrijkomend asfalt

De CROW 210 publicatie is dé richtlijn voor het verantwoord afvoeren en hergebruiken van asfalt dat vrijkomt bij freeswerkzaamheden. Deze richtlijn stelt duidelijke voorwaarden om ervoor te zorgen dat vrijkomend asfalt op een veilige en milieuvriendelijke manier wordt verwerkt.

Een belangrijk aspect van de CROW 210 richtlijn is het asfaltonderzoek. Dit onderzoek is essentieel om de hergebruikmogelijkheden van asfalt te bepalen. Hierbij is het vooral van belang om vast te stellen of het asfalt teerhoudend is. Teerhoudend asfalt bevat namelijk een verhoogd gehalte aan Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK-10).

Volgens CROW 210 geldt een grenswaarde van maximaal 75 mg PAK-10 per kilogram droge stof. Wanneer deze grens wordt overschreden, mag het asfalt niet opnieuw worden verwerkt in nieuw asfalt. In plaats daarvan moet het materiaal worden afgevoerd naar een erkend reiniger of verwerker.

De richtlijnen van CROW 210 zorgen ervoor dat vrijkomend asfalt op de juiste manier wordt onderzocht, gesorteerd en verwerkt, zodat zowel de hergebruikmogelijkheden als de milieubelasting optimaal worden beheerd.

Waarom is CROW 210 belangrijk?

Het volgen van de richtlijnen in CROW 210 is cruciaal voor bedrijven die werken met vrijkomend asfalt. Door te voldoen aan deze richtlijn:

  • Wordt milieuschade voorkomen.
  • Kunnen materialen op een duurzame manier worden hergebruikt.
  • Worden hoge kosten voor onjuiste verwerking voorkomen.

Asfaltonderzoek in drie fasen volgens CROW 210

Fase 1

Bij Bodemvisie voeren we een asfaltonderzoek uit in drie duidelijke fasen. Dit proces sluit volledig aan bij de richtlijnen van CROW 210, zodat hergebruik en verwerking van asfalt veilig en efficiënt verloopt.

Stap 1: Vooronderzoek

We beginnen met het vooronderzoek, waarbij we belangrijke informatie verzamelen, zoals de aanlegdatum van het asfalt en eerdere onderhoudswerkzaamheden. Daarnaast voeren we een visuele inspectie uit. Tijdens deze inspectie beoordelen we of er onderscheid nodig is tussen verschillende soorten wegvakken, zoals homogene vakken, reparatievakken, opstelvakken bij kruispunten, bushaltes of parkeervakken.

Op basis van de uitkomsten stellen we een gericht boorplan op dat perfect is afgestemd op de situatie.

Stap 2: Boorkernen verzamelen

Het aantal boorkernen dat we verzamelen, hangt af van het oppervlak van het te onderzoeken wegvak. Binnen een homogeen wegvak kunnen afwijkingen aanleiding zijn om extra boorkernen te nemen. Zo waarborgen we een nauwkeurige analyse.

Door deze gestructureerde aanpak voldoet het asfaltonderzoek aan de hoge eisen van CROW 210. Dit biedt zekerheid over de kwaliteit en hergebruikmogelijkheden van het asfalt, en zorgt voor een duurzaam resultaat.

Fase 2 van asfaltonderzoek: Indicatief onderzoek volgens CROW 210

In de tweede fase van het asfaltonderzoek voert Bodemvisie een laagdiktebepaling uit volgens RAW 152. Elke geboorde asfaltkern wordt laag voor laag opgemeten en geanalyseerd om de verschillende soorten asfalt vast te stellen. Vervolgens onderzoeken we de kern indicatief op de aanwezigheid van teer, een cruciaal onderdeel in lijn met de richtlijnen van CROW 210.

Indicatief onderzoek met PAK-Marker

We gebruiken de zogenaamde ‘PAK-Marker’ om teerhoudend asfalt snel te identificeren. Deze marker licht op onder UV-licht wanneer de kern een hoog gehalte aan Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK’s) bevat. Bij een indicatie van meer dan 250 mg/kg droge stof (ds) aan PAK’s is duidelijk dat het asfalt ruim boven de hergebruiksgrens van 75 mg/kg ds ligt.

Wat gebeurt er bij teerhoudend asfalt?

Als een deel van de asfaltkern indicatief veel teer bevat, is gescheiden verwerking een optie. De teerhoudende lagen worden apart gefreesd en afgevoerd naar een erkende reiniger of verwerker. De overige lagen kunnen, mits ze voldoen aan de normen van CROW 210, worden hergebruikt en naar een asfaltcentrale worden gebracht.

Nauwkeurige analyse in het laboratorium

Om zeker te zijn dat de herbruikbare lagen binnen de grens van 75 mg/kg ds blijven, voeren we een nauwkeurige laboratoriumanalyse uit. Is het teergehalte toch te hoog? Dan worden ook deze lagen afgevoerd naar een erkende reiniger of verwerker. Het laboratorium dat deze analyses uitvoert, is geaccrediteerd door de Raad van Accreditatie, wat de betrouwbaarheid van de resultaten garandeert.

Met deze aanpak zorgt Bodemvisie ervoor dat elk onderzoek voldoet aan de richtlijnen van CROW 210, terwijl we maximaal inzetten op duurzaamheid en verantwoord hergebruik.

Derde fase Rapportage van asfaltonderzoek volgens CROW 210

Na afronding van het asfaltonderzoek stelt Bodemvisie een heldere en gedetailleerde rapportage op. Deze rapportage biedt een compleet overzicht van de resultaten en sluit aan bij de richtlijnen van CROW 210, zodat wegbeheerders goed geïnformeerd beslissingen kunnen nemen.

Inhoud van de rapportage

De rapportage bevat:

  • Een tekening van het onderzochte wegvak met de locaties van de uitgevoerde kernboringen.
  • Een fotoreportage van de asfaltkernen, inclusief een beschrijving van de lagen en de typen asfalt die zijn aangetroffen.
  • Informatie over eventuele waarnemingen met de PAK-Marker, zoals in welke lagen indicatief teer is aangetroffen.

Op basis van deze gegevens kunnen wegbeheerders beoordelen of gescheiden frezen van teerhoudende en niet-teerhoudende lagen financieel en praktisch haalbaar is.

Aanvullend onderzoek

Bodemvisie combineert het asfaltonderzoek regelmatig met een indicatief onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van de funderingslaag onder het asfalt. Hierbij worden samenstelling en uitlooggedrag geanalyseerd. Indien gewenst breiden we dit onderzoek uit met een controle op de aanwezigheid van asbest.

Met deze uitgebreide aanpak voldoet het onderzoek niet alleen aan de eisen van CROW 210, maar biedt het ook extra inzicht in de volledige opbouw en milieukwaliteit van de wegconstructie.

Wij staan garant voor grondig, kundig en praktisch advies